Gewichtstoename heeft altijd een oorzaak

Je doet alles goed: je beweegt voldoende en je krijgt niet te veel calorieën binnen. Toch blijft je gewicht toenemen en word je dikker. Hoe kan dat? Als je meer calorieën begint te consumeren of stopt met bewegen, is het niet verwonderlijk dat de weegschaal wat meer kilo’s aangeeft. Maar wat als je niet afwijkt van je gebruikelijke eet- en beweegpatroon en toch aan blijft komen? Dan heeft het dikker worden toch een andere oorzaak.

Te weinig slaap

Bij te weinig slaap raakt je biochemische huishouding in de war. Hormonen die je eetlust beïnvloeden nemen hierdoor de overhand. Daardoor voel je je in de ochtend hongeriger dan normaal. Ook heb je door deze hormonen een minder voldaan gevoel na het eten, waardoor je geneigd bent door te eten. Tijdens jou slaap verbrand je voor jou herstel vet. Minder slaap = minder vet verbranden. Nog een nadeel van slaapgebrek is dat je gevoeliger bent voor emotie-eten en nachtelijke snacks. En slaapgebrek werkt vaak ook weer stress in de hand.

Stress

Als het leven iets te veel van je vraagt, gaat het vanzelf over op een overlevingsmodus. Een gevolg daarvan is dat je lichaam zuiniger met energie omgaat. Je kunt dan met minder eten toe, terwijl jij hetzelfde blijft eten. Zo kan een periode van stress voor een flinke gewichtstoename zorgen. Daarnaast wordt tijdens stressvolle periodes meer van het stresshormoon cortisol aangemaakt, waardoor je meer trek krijgt. En wat is er fijner in tijden van stress dan troostvoedsel als chocolade of chips? Dikmakers ten voeten uit… En stress zorgt vaak ook weer voor een slechtere slaap

Gewichtstoename door medicatie

Gewichtstoename kan als bijwerking optreden bij een aantal medicijnen tegen onder andere astma, diabetes, depressie, epilepsie, ontstekingen, psychose en migraine. Zo’n 25% van de patiënten die antidepressiva voor een langere tijd slikt, krijgt te maken met gewichtstoename en wordt dikker. Soms kan deze gewichtstoename echter komen doordat je gemoedstoestand verbetert, waardoor ook je eetlust toeneemt. Als je vermoedt dat je gewichtstoename komt door medicatie, bespreek dit dan met je huisarts. Verander of stop nooit met medicijnen zonder dit met je arts te overleggen.

Ouder worden en aankomen

Tussen je 40ste en 50ste jaar begint je stofwisseling langzamer te worden. Hierdoor verbrand je minder calorieën, terwijl je vaak dezelfde hoeveelheid blijft eten. Veel vrouwen denken dat ze in deze periode aankomen door de veranderde hormoonhuishouding in de overgang. Meestal is dit niet de oorzaak en ligt de gewichtstoename toch aan de veranderde stofwisseling. Het is zaak om juist rond deze leeftijd te blijven bewegen zelfs meer te gaan bewegen. En je voedingspatroon aan te passen aan wat je lichaam nodig heeft, wat meestal neerkomt op minder eten. Want ook jou spiermassa neemt af (tenzij je zo verstandig bent om aan krachtsport te gaan doen), waardoor het energie verbruik ook weer afneemt.

Verminderde schildklierwerking

De schildklierhormonen zorgen voor een verhoging van het celmetabolisme (de stofwisseling). Bij een verminderde schildklierwerking of de gevolgen daarvan spreken we van hypothyroïdie. Indien er te weinig van het hormoon thyroxine wordt geproduceerd, zal het celmetabolisme in de lichaamsweefsels vertragen. Door hypothyroïdie voel je je waarschijnlijk moe, zwak, koud en je gewicht neemt toe. Deze ziekte is goed te behandelen met medicijnen en een groot deel van de gewichtstoename en het dikker worden kan hierdoor teruggedrongen worden.

Hoe voorkom je dat je dikker wordt?

Om de onbedoelde gewichtstoename te stoppen, is het belangrijk om te weten wat de oorzaak hiervan is. Zo kun je de gewichtstoename op de juiste manier aanpakken. Gewichtstoename kan natuurlijk ook nog ergens anders door ontstaan.

Wat de oorzaak ook is, om te voorkomen dat je nog meer aankomt zijn een aanpassing in je leefstijl en eetpatroon vaak belangrijk. Weet wat en hoeveel je eet. En als extra beweging niet meteen helpt om af te vallen, zal het in ieder geval helpen om niet dikker te worden.